2005 Argiano - Brunello di Montalcino, Toscane, Italië, Brunello di Montalcino DOCG

Sinds 1888, worden de beste Sangiovese druiven uit Montalcino gebruikt voor de Brunello di Montalcino, één van de beroemdste rode wijnen ter wereld. Voor de "Brunello" Argiano kiest men druiven uit de edelste wijngaardpercelen. De wijnen rijpen in twee soorten hout: voor het eerste jaar in Franse barriques (225-liter) om de structuur van de wijn te versterken, en vervolgens voor ten minste 1,5 jaar in grote Sloveense eiken vaten (Botti) om de geconcentreerde fruitsmaak te verzachten en hem klaar te maken voor de botteling. Argiano’s wijnmakers  combineren het vergisten van rijpe, geconcentreerde druiven bij zorgvuldig gecontroleerde temperatuuur, in combinatie met rijping in een selectie van verschillende eikenhouten vaten. Door deze benadering, produceert men rode wijnen met een ongelooflijke rijpingspotentieel, waarvoor trouwens Brunello di Montalcino beroemd is. De wijn blijft levendig, toegankelijk en bijzonder smaakvol.

De wijngaarden van Argiano zijn gezegend met een prima microklimaat en een benijdenswaardige expositie die beide bijdragen aan de gunstige ontwikkeling van de druiven. De uitgebreide vegetatieve cyclus en de rijpingsperiode zijn te danken aan het plateau dat 300m boven de zeespiegel ligt. Hierdoor genieten ze van koele nachten in de zomermaanden. De gematigde regenval in Montalcino bevordert een lange en gezondee rijpingstijd, waardoor meer concentratie en aroma's aan de druiven onttrokken wordt. Dit in combinatie met de constante en warme winden uit de Maremma, die de druiven afkoelt tijdens de heetste dagen van de zomer en een tragere rijping veroorzaakt, waardoor de heel gunstige voorwaarden om een grote wijn te maken voor handen zijn. Laatste voordeel, maar niet het minste is de nabijheid van de Monte Amiata, een van de hoogste bergen van Toscane, dat het hele gebied van slecht weer behoedt. Als men dus alle factoren combineert kan Argiano jaar na jaar wijnen produceren met een hoog profiel en consistent goede hoge kwaliteit.

De Sangiovese-druiven worden meestal geplukt van eind september tot half oktober, afhankelijk van de grondsoort, de blootstelling van de wijngaarden en natuurlijk de klimatologische cursussen. Het sap wordt gefermenteerd, met de druivenschillen, gedurende twee tot drie weken in roestvrij stalen tanks onder gecontroleerde temperatuur. Nadat de alcoholische gisting is voltooid, past men-de malolactische gisting toe. Dit is een natuurlijk proces dat appelzuur omzet in melkzuur. Dit proces verzacht en vermindert de zuurgraad en stabiliseert de wijn op een natuurlijke manier. Bovendien geeft het de wijn meer diepte, complexiteit en elegantie. De wijn rijpt over het algemeen voor 4 jaren, waarvan 2,5 jaren in eikenhouten vaten. Voordat de wijn op de markt komt, wordt de wijn verder afgerijpt op fles.