Hoe wijn opdienen en serveren?
Naast het serveren op de juiste temperatuur, dat aan bod komt in een apart hoofdstuk, is het ook belangrijk om te weten hoe je best een wijn moet opdienen om hem volledig tot zijn recht te laten komen. Een wijnbouwer heeft een heel jaar gewerkt om een hemels brouwsel klaar te stomen, dus verdient die fles op het einde van het verhaal respect.
In de fles of in de karaf ?
Heel wat wijnbouwers doen heel wat moeite om voor een mooie etikettering te zorgen met de bedoeling om de wijn dan in de fles op tafel te zetten. In de meeste gevallen is dat trouwens geen enkel probleem. Best proef je steeds de wijn bij het openen om te zien of alles OK is. Op deze manier ontloop je ontgoochelingen op het moment zelf. Je kan dan vaststellen of de wijn technisch correct is en bv. geen kurksmaak heeft. Je kan ook vaststellen of de wijn reeds open is of nog vrij gesloten.
Je opent dan best je fles ook enkele uren voor de maaltijd begint. Op die manier kan de wijn een beetje ademen. Alhoewel je je niet al te veel moet voorstellen van de hoeveelheid lucht die in een volle fles kan penetreren. Hou na opening de wijn op de juiste temperatuur. Indien de wijn nog heel gesloten overkomt na enkele uren opening kan je opteren om de wijn over te gieten in een karaf.
Karaferen of decanteren ?
Hoewel de 2 termen dikwijls door elkaar gebruikt worden is er in feite toch een belangrijke nuance.
Decanteren wordt gedaan in een verticale karaf en heeft vooral de bedoeling om jonge wijnen meer lucht te geven waardoor ze opener gaan overkomen. Proef steeds de wijn op voorhand want indien een wijn reeds heel open is zonder decanteren kan het zijn dat de wijn zelfs aan kwaliteiten verliest bij het toevoeren van een grote hoeveelheid zuurstof. Eens in de karaf kan je niet gewoon teruggieten in de fles, een techniek die trouwens ook soms gebruikt wordt, maar dan om tweemaal zuurstof toe te voegen bij heel gesloten wijnen. Sommige karaffen dragen zelfs de naam Decantair, wat heel duidelijk de bedoeling van deze wijnrecipiënten benadrukt.
Karaferen wordt gedaan in een horizontale karaf (een liggende karaf meestal in de vorm van een eend, daarom ook “Canard” genoemd). Het gaat hier om het overgieten van oude wijnen op een heel zachte manier, vandaar dat het op een voorzichtige manier gebeurt. Bedoeling hiervan is helemaal niet het aanvoeren van zuurstof, integendeel men wil dit tot een minimum beperken. Men gaat over tot karaferen indien de wijn niet gefilterd werd en heel veel bezinksel bevat. Indien je gewoon uit de fles zou schenken, raakt het bezinksel bij het schenken terug gemengd met de wijn. Hoe verder je rond de tafel gaat hoe meer bezinksel in het glas terecht komt. En hoewel het geen schadelijke gevolgen heeft, integendeel zelfs want het kan licht laxatief werken, staan de mensen toch niet te springen om een glas vol bezinksel te hebben. Het bezinksel is het neerslaan van grote en kleine elementen die in de jeugd van de wijn in oplossing waren maar na een tijd de wijn loslaten. Het is een volledig natuurlijk fenomeen.
Witte wijnen?
Bij decanteren denkt men dikwijls alleen aan rode wijnen. Jonge witte wijnen die heel stevig zijn en vrij gesloten in de jeugd, hebben ook soms baat om gedecanteerd te worden. Op dat moment moet je wel zorgen dat je een karaf gebruikt die in een grote ijsemmer kan rusten om de wijn voldoende koel te houden. Vooral Italiaanse jonge wijnen hebben hier baat bij. Men gebruikt in dit geval uitsluitend een verticale karaf. In heel uitzonderlijke gevallen worden zelfs heel grote champagnes met jaargang voorzichtig gedecanteerd. Dit op zich is een kunst want de bedoeling is niet bubbels te doen verloren gaan, maar de wijn zuurstof te geven…maar laat dat laatste maar over aan een ervaren schenker of sommelier.